Van tegenschepper naar medeschepper

Van tegenschepper naar medeschepper

‘De mens is niet de kroon op de schepping.’ Carla Dik-Faber (1971) is projectleider van GroeneKerken en studeert theologie in Leuven. Ze komt uit een boerenfamilie, groeide op langs de kust en heeft van jongs af aan liefde voor de natuur meegekregen. De manier waarop de mens omgaat met zijn omgeving en de aarde heeft haar altijd beziggehouden. Als Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie was ze mede-initiatiefnemer van de Klimaatwet.

Hoe verhoudt religie zich tot duurzaamheid? 
‘Voor mij staat de bijbel vol met teksten over de aarde en het omgaan met de natuur. Dat begint al met het scheppingsverhaal, maar denk bijvoorbeeld ook aan Psalm 104 en Job 38-39. In de kerken gaat het vaak over rentmeesterschap, maar dat woord gebruik ik niet graag omdat het iets hiërarchisch heeft. Het lijkt dan alsof de aarde voor ons is, en dat wij haar dienen te gebruiken en te bewaren. Maar we maken deel uit van de natuur. De mens is niet de kroon op de schepping, de mens is er onderdeel van. Wel hebben we een bijzondere verantwoordelijkheid om goed voor de natuur te zorgen.’

De mens is niet de kroon op de schepping

Het klinkt alsof de situatie nu anders is? 
‘We kunnen niet ontkennen dat er van alles aan de hand is, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat. We leven in een steeds gejaagder wereld, waarin we weinig tijd en ruimte nemen om echt stil te staan. We zijn het ritme van de natuur kwijt. Er moet steeds meer geproduceerd worden, want er wordt steeds meer geconsumeerd. We jagen onszelf en de natuur op, omdat we het hele jaar door aardbeien willen. Ik geloof in een meer duurzame manier van omgaan met onszelf en onze omgeving. In de bio-industrie zie ik dat dieren niet goed behandeld worden, terwijl ook dieren de ruimte moeten hebben om zich te kunnen gedragen ‘naar hun aard’. Maar die intrinsieke waarde van dieren is ver te zoeken. Ik geef de boeren hier niet de schuld van, begrijp me niet verkeerd. Ik adresseer het systeem dat we met elkaar hebben opgetuigd.’

Doopsgezinden pretenderen een geloofsrichting te zijn die zich heel erg bewust is van de verhouding tussen mens en natuur. Geldt dit voor andere christenen ook? 
‘Ik woon zelf in Veenendaal. Het percentage christenen is hier heel hoog, maar ik kan geen duurzame kleding krijgen. Dat doet mij pijn. Het lijkt soms wel alsof duurzaamheid en zorg voor de aarde zich vooral afspeelt in de reservaten van linkse hipsters. Uit onderzoek blijkt dat christenen niet duurzamer leven dan niet-christenen. Dat is een ongemakkelijke waarheid. Maar toch: er is niks ‘links’ aan zorg voor de aarde. Uit de bij GroeneKerken aangesloten kerken blijkt dat beeld ook niet. We hebben echt kerken uit alle windstreken: stad, platteland, progressief, conservatief, groot en klein.’

Er is niks ‘links’ aan zorg voor de aarde

Wanneer ben je een ‘groene kerk’?
‘GroeneKerken is geen keurmerk, het is een aanmoediging om ieder jaar weer nieuwe groene stappen te zetten. Juist daarom zet ik me hiervoor in. Er is geen goed of fout. Je aansluiten bij GroeneKerken is een manier om te laten zien dat je als gemeenschap het gesprek aangaat, je bewust bent van je plek op de aarde, als individu en als gemeenschap. Wij beoordelen echt niet of de verwarming wel laag genoeg staat en of je wel zonnepanelen hebt. Het is een manier om te laten zien dat kerken een oefenplaats zijn voor een duurzame en groene wereld. Het is een heel oecumenisch project ook, want er hebben zich kerken aangesloten uit bijna alle denominaties.’

Carla Dik-Faber (Foto: Werry Crone)

U studeert theologie, wat hoopt u daar te vinden?
‘Ik wil meer kennis vergaren over de verhouding tussen theologie en duurzaamheid. Wat hierover in de bijbel staat, en hoe we theologisch onderbouwd met de verhouding tussen God, mens en natuur om zouden kunnen gaan. Het is een voortzetting van het pad waar ik op loop. Ik ben een laatbloeier, maar nu lijkt het alsof alles voor mij samenkomt.’

Dat klinkt bijna als iets spiritueels.
‘Het is proberen het goede te doen. Dat loopt als een rode draad door mijn leven, waarbij ik sterk geïnspireerd ben door Romeinen 8 vers 19: ‘De aarde roept’.’

Uw werk als Kamerlid, uw werk voor GroeneKerken en uw studie theologie – is dat allemaal om het goede te doen?
‘Persoonlijk probeer ik mijn leven te leiden als dienaar van God. Ik praat met andere mensen en bid tot God om te ontdekken wat Hij van mij wil. Het is wel een beetje gek hè, van kunstgeschiedenis naar theologie en van Kamerlid naar GroeneKerken. Maar alle ervaring neem ik mee. Wat ik leer in de theologie over de positie van de mens in het geheel van de schepping, wil ik graag delen.’

We zijn verworden tot tegenscheppers

Zou die positie een dienende moeten zijn?
‘We hebben een bijzondere verantwoordelijkheid gekregen, maar we zijn ook medeschepselen. Ik zie dat de Schepper nog steeds betrokken is bij onze wereld, bijvoorbeeld doordat er nieuw leven geboren wordt en dat er bloemen gaan groeien. Maar in plaats van dat we helpen en ondersteunen en medescheppers zijn, zijn we verworden tot tegenscheppers die vooral bezig zijn de wereld kapot te maken. We hebben ons teveel losgemaakt van de natuur, alsof we erboven staan. Maar we zijn er afhankelijk van tot in het diepst van onze vezels. En de boodschap van onder andere GroeneKerken is dat kerkelijke gemeenschappen oefenplekken zijn waar we met elkaar leren weer medescheppers te worden. Dat we niet de kroon op de schepping zijn, maar ons dienend opstellen ten opzichte van het geheel van de schepping.’

Is de natuur dan goddelijk, in plaats van de mens of God? 
‘Nee, ik draai het niet om. Wel kunnen we door de natuur God leren kennen. En de kroon op de schepping? Dat is de sabbat. Een dag om op adem te komen en een dag waarop ik vaak de natuur in ga en geniet!’

Dit artikel verscheen eerder in Mondig 1

Tekst: Kalle Brüsewitz
Beeld: Ramon Philippo

Van tegenschepper naar medeschepper

Artikel uit Dienaar

'Laten we proberen van tegenschepper weer medeschepper te worden.' Carla Dik-Faber over de verhouding tussen mens en natuur; slavernij in Groningen en meer over de Menno Simonlezing van Esmah Lahlah. Mondig heeft 'dienaar' als thema.

Bekijk deze publicatie