Hoezo normaal?

Hoezo normaal?

Toegegeven, de remonstranten waren de eersten die als kerkgenootschap officieel het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht openstelden.

Toch mogen wij ook onszelf als voorlopers in de LHBTIQ+-discussie beschouwen. Eigenlijk is het in onze kring nauwelijks een discussie meer te noemen – maar moeten we daar wel blij mee zijn? De meesten in onze kring die zichzelf identificeren als behorend tot de LHBTIQ+-gemeenschap, hebben hun publieke coming out al ver achter zich liggen. Dit is wie ze zijn, en ze voelen zich binnen onze geloofsgemeenschap niet anders dan anderen. Terwijl sommigen zijn opgegroeid in een tijd waarin homoseksualiteit vaak nog als iets raars werd gezien. Op dat punt heeft er in de maatschappij echt een verschuiving plaatsgevonden. Er is nu meer en op een andere manier aandacht voor genderdiversiteit en diversiteit in seksuele geaardheid, dan pakweg twintig, dertig jaar geleden. Als je luistert naar de huidige middelbare-schooljeugd, dan kent eigenlijk iedere leerling wel iemand die zich als lesbisch, trans, of non-binair identificeert.

Er heeft echt een verschuiving plaatsgevonden

Tegelijk moeten we constateren dat we er nog lang niet zijn, waar het de acceptatie van LHBTIQ+-ers betreft. Zo normaal is het in ons land nog helemaal niet. Vraag het diezelfde jongeren, en je hoort dat ‘homo’ nog steeds als scheldwoord wordt gebruikt, het liefst in combinatie met die akelige k-ziekte. En wie het nieuws een beetje bijhoudt, weet ook dat haat en afkeer tegen LHBTIQ+-ers in Nederland gewoon voorkomt. Regenboogvlaggen worden in brand gestoken, mannen die hand in hand op straat lopen worden in elkaar geslagen.

En hoe is het ‘als roze grijs wordt’? – ooit een thema van de werkgroep Ho-He van de GDB. Hoe veilig is het voor een LHBTIQ+-er in het bejaardentehuis, waar veel medebewoners misschien nog van ‘de oude stempel’ zijn?

Toch anders
Queer zijn, anders, homo of lesbo, trans of bi en ga zo maar door – hoe normaal we met z’n allen ook mogen denken dat het is, je bent toch anders. Sommigen kiezen er dan ook bewust voor om ‘in de kast te blijven’. Tenslotte benadruk je, wanneer je dat stuk van je identiteit vooropzet, niet alleen je eigenheid maar ook een ‘anders zijn’ ten opzichte van de meerderheid. En dat roept dan vaak weer die vraag op: ‘Mag ik er zijn zoals ik ben?’ Natuurlijk is het antwoord in onze kring veelal: ‘Ja, natuurlijk mag je er zijn!’. Of: ‘Dit is hoe God je geschapen heeft, dus dan is het toch goed?’ En dat is goed bedoeld. Met dat antwoord willen we een veilige omgeving creëren, een omgeving waarin mensen zich gezien en gekend weten, en waar hun LHBTIQ+-identiteit geen ‘dingetje’ is. Maar werkt het ook zo?

Ja, natuurlijk mag je er zijn!

Zolang het gewoon blijft dat hetero’s zich voor hun heteroseksualiteit niet hoeven te verantwoorden, en anderen dat voor hun andere geaardheid wel moeten doen, vinden we dat blijkbaar toch niet normaal. Doen we er dus niet te makkelijk over als we zeggen dat we het normaal vinden? Het risico ligt daarmee op de loer dat we de worsteling van mensen met hun seksuele geaardheid of hun genderidentiteit niet meer serieus nemen, onder het motto van: dat hebben we toch allang geaccepteerd!

Doopsgezinden internationaal
We gaan ermee ook voorbij aan de reacties die het thema oproept in de internationale doopsgezinde gemeenschap, waar het nog volstrekt niet normaal wordt gevonden als je homo, trans, bi etc. bent. Een andere omgang met de bijbel en culturele verschillen maken het thema LHBTIQ+ daar bijna onbespreekbaar. Het is internationaal gezien ‘de olifant in de kamer’. Zelfs agree to disagree (het erover eens zijn dat je het niet met elkaar eens bent) blijkt vaak al een brug te ver. Daar mogen we ons niet bij neerleggen.

Agree to disagree

Respect voor de Nederlandse positie, en een gelijkwaardige behandeling van alle LHBTIQ+ers in onze internationale doopsgezinde geloofsgemeenschap, is het minste dat we kunnen verlangen. Het is toch ondenkbaar dat we omwille van de lieve internationale vrede niet voor deze mensen opkomen, en moeten zeggen dat het nu eenmaal ‘normaal’ is dat ze elders in onze wereldwijde geloofsgemeenschap niet worden geaccepteerd?!

Bijbel
De discussie spitst zich, ook in die internationale doopsgezinde context, vaak toe op specifieke bijbelpassages en op de vraag óf en hoe die zich uitspreken over (in de regel) homoseksualiteit. Verschillende partijen in dit debat proberen hun gelijk te halen op basis van de wijze waarop daar in een andere tijd en een andere cultuur over werd gedacht en geschreven, en meestal ook door de teksten los te scheuren uit hun context. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat de negatieve interpretaties van de betreffende bijbelteksten goed te weerleggen zijn, denk ik niet dat het een heilzame weg is te willen bewijzen dat we ‘de bijbel aan onze kant hebben’. De bijbel spreekt ook over God die de mens schept als beelddrager. En in Psalm 139 belijdt de Psalmist hoe hij zich ten diepste door God gekend weet. Aan dergelijke beelden kunnen we houvast ontlenen, in die zin dat we mogen zeggen dat God ons gewild heeft zoals we zijn. Maar ik denk dat het te ver gaat om te zeggen dat de bijbel zich op beslissende wijze over gendervraagstukken of seksuele geaardheid uitlaat.

God die de mens schept als beelddrager

Het blijft lastig: als we blijven benadrukken dat het normaal is om homo, trans, bi, lesbo, queer, etc. te zijn, dan gaan we niet alleen voorbij aan de maatschappelijke werkelijkheid, we gaan ook voorbij aan de persoonlijke worsteling die veel LHBTIQ-ers hebben ervaren en nog ervaren. Tegelijk is het wezenlijk dat we blijven herhalen dat het normaal is dat iemand zich als LHBTIQ+ identificeert, want we kunnen niet als vanzelfsprekend aannemen dat het overal als normaal wordt beschouwd, zelfs niet voor degenen die het aangaat. Maar juist als we het als vanzelfsprekend aanvaarden, zal het te gemakkelijk onze aandacht en zorg verliezen. En dan is het zomaar weer ‘normaal’ om in de kast te blijven en niet meer te mogen zijn wie je bent.

Dit stuk verscheen eerder in Doopsgezind NL van oktober 2021.

Tekst: Fulco van Hulst
Beeld: Yoav Hornung