Als je niet mag bestaan of niet serieus genomen wordt. Omdat je in een land leeft dat geen land is. Of in ieder geval een land waar andere bepalen wie of wat je bent.
In Palestina is Soemoed een levenshouding. Het betekent zoiets als volharding. Het is een filosofie, maar ook bovenal een manier van (over)leven.
Het is een levenshouding
Soemoed leek het thema van de Ledenraad, die afgelopen zaterdag plaatsvond op Mennorode. De dag begon met Soemoed van Musicians Without Borders. Maar het was aanwezig in alles. Soemoed van de kleine gemeenten die dapper overeind blijven, maar waar het omhooghouden van alle ballen soms teveel lijkt te worden. Een erfgoednotitie, die moet zorgen dat gemeenten zich minder zorgen hoeven te maken over hun gebouw, en alles wat daar in staat. Maar het gaat niet echt om dat gebouw? Het gaat erom energie te stoppen in datgene waar je energie van krijgt. Gemeente zijn. Gemeenschap zijn. Een groep mensen van goede wil, zoekend naar verbinding, vertrouwen en geloof. Dat is waar uiteindelijk alles over zou moeten gaan. Gemeente zijn, zonder de last van futiliteiten.
Zonder de last van futiliteiten
Gemeente zijn is bidden voor mensen die dat hard nodig hebben, bidden voor Soemoed. Want bidden is het eerste en enige dat je echt kunt doen. Als Wieteke vertelt over de mensen die ze ontmoette in Canada op de Renewal van Mennonite World Conference, maar ook als ze spreekt over mensen die ze nooit ontmoet. Bijvoorbeeld de broeder uit Myanmar, die zijn land niet uit mag en zodoende nooit fysiek aanwezig is. Of de broeders en zusters in Oekraïne die al ruim een jaar in oorlog zitten. Soemoed.
Soemoed voor iedereen die zaterdag aanwezig was en zich inzet voor het grotere geheel, want de leden van de Ledenraad zitten daar niet voor zichzelf. Ze zitten daar voor hele wezenlijke futiliteiten. Jaarverslagen, financiële onderbouwing, besluiten. Wezenlijk, maar futiliteiten. Uiteindelijk zitten de mensen daar om verhalen te horen en te delen. Om ervoor te zorgen dat het grote geheel er is, en dat er met elkaar alles aan gedaan wordt om de gemeenten gemeente te laten zijn. Soemoed.
Om te zorgen dat het grote geheel er is
Aan het eind van de dag blijf ik achter met Soemoed in mijn hoofd. Een woord met zoveel lagen. Ik wil de weg van een gemeente en het individu in die gemeente niet gelijk stellen aan de weg van Palestijnen en Israëliërs in hun weg naar vrede, want dat valt niet te bagatelliseren. Maar Soemoed is de rode draad. De Ledenraad begon met Soemoed en met muziek als universele taal. Bij Musicians Without Borders komt dat samen in Lied 839. En dat is dan waarom. Soemoed.
Ik danste die morgen toen de schepping begon
Ik leidde de dans van de sterren, maan en zon.
De golvende velden en de deinende zee
en alles wat ademt, danste mee.
Tekst en beeld: Kalle Brüsewitz