‘Want zeker met kerst heb je zomaar engelen in huis’. Mondig is anders deze kerst. Mondig vertelt deze dagen van...
Dit is het verhaal van Pakisa Tshimika, een verhaal van verwachting, diepe ellende, godsvertrouwen en hoop.
Pakisa werd geboren in de Democratische Republiek Congo, dichtbij de grens met Angola. Zijn vader, Isaac Mutondo Thsimika, was de eerste in die regio die werd aangesteld als predikant bij de Mennonite Brethren (MB). Van kinds af aan is hij beïnvloed door het gedachtegoed van de mennonieten en door de gastvrijheid die het levensmotto was van zijn moeder, Rebecca Makeka.
Hij ging naar school in Kajiji en Kikwit. Aangemoedigd en ondersteund door de zendelingen van de Mennonite Brethren vertrok hij naar Fresno, California om te studeren aan het Pacific College. Hij wilde chirurg worden en terugkeren naar Kajiji in DR Congo om daar als eerste Congolees het vak uit te oefenen dat tot dan toe vooral door Amerikaanse artsen werd gedaan.
Maar in de zomer van 1976 sloeg het noodlot toe. Pakisa was op weg naar de bruiloft van een klasgenoot toen de auto waarin hij en drie vrienden zaten betrokken raakte bij een ernstig verkeersongeval. Toen hij bijkwam in het ziekenhuis ontdekte hij dat hij zijn nek gebroken had. Zijn leven zou nooit meer hetzelfde zijn.
Een droom vervloog
Toen hij voor zijn studie uit DR Congo vertrok had zijn moeder tegen hem gezegd: ‘Denk eraan dat we je leven in Gods handen hebben gelegd toen je een baby was, en Hij is altijd bij je. Hij zal nooit verzaken. Er komen misschien tijden dat je niets van ons hoort en dat we, hoeveel we ook van je houden, je tekort doen, maar God zal er altijd voor je zijn.’ Terwijl hij in het ziekenhuisbed lag herinnerde hij zich deze woorden en dacht: God zal me gebruiken, zelfs als ik verlamd ben en in een invalidenwagen zit.
Een lange periode van revalidatie volgde. Uiteindelijk kon hij, tegen alle verwachtingen in, met een stok weer een beetje lopen. Maar werken met zijn handen en lang staan kon niet meer. Chirurg worden was uitgesloten, een droom vervloog. Maar dankzij veel steun van vrienden uit de Mennonite Brethren-gemeenschap en van de universiteit, kon hij verder studeren. Hij specialiseerde zich in sociale geneeskunde (public health).
God zal me gebruiken, ook als ik verlamd ben
Hij werd consultant en staflid van verschillende aan mennonieten gelieerde organisaties, waaronder Mennonite Central Committee (MCC) en Mennonite World Conference (MWC). Voor MWC heeft hij onder andere belangrijk werk gedaan voor het Global Gift Sharing-project: een project om de band tussen de kerken in de verschillende werelddelen te versterken door het delen van geestelijke en materiële gaven. Een aantal jaren heeft hij gewerkt als assistent van Larry Miller, de toenmalige algemeen secretaris van MWC. Ook was hij verbonden aan andere internationale organisaties. Samen met anderen richtte hij SANRU NGO op, een organisatie met een van de grootste public health-programma’s in DR Congo. En in al zijn werk probeerde hij vredeswerk en leiderschapstraining te integreren, met speciale aandacht voor het helen van trauma’s.
In 2002 stichtte hij het Mama Makeka House of Hope Conference Center and Guesthouse, ter nagedachtenis aan zijn moeder. Dit huis in Kinshasa dient als de basis van MMH Hope’s missie: het bieden van hoop en vrede aan de bevolking van DR Congo, waar overal geweld is. De waarden waarop het huis is gebaseerd zijn het Afrikaanse ubuntu – ‘ik ben wie ik ben dankzij de ander’ – en waarden uit het anabaptisme. Belangrijk zijn respect voor diversiteit en voor de aarde, compassie met degenen die lijden, integriteit, eerlijkheid, betrouwbaarheid, authenticiteit, vrede en gerechtigheid.
Pakisa en zijn echtgenote Linda zijn lange tijd blijven wonen in Fresno, Californië. Maar altijd bleef zijn geboorteland DR Congo in zijn hart. Onlangs zijn ze ernaar teruggekeerd. Na jaren van leiderschap in internationale organisaties stelt hij zijn capaciteiten nu volledig in dienst van de Congolese bevolking, speciaal op het gebied van gezondheid, onderwijs, vredeswerk en gemeenschapsontwikkeling. Niet alleen de kerk vraagt hem vaak om raad, ook de overheid en andere leiders in de gemeenschap weten hem te vinden. Hij is een baken van licht en hoop in een land dat geteisterd wordt door corruptie en sektarisch geweld, met als gevolg enorme vluchtelingenstromen.
Elke ochtend voor hij zijn werkzaamheden begint denkt Pakisa aan twee levenslessen. De eerste is van een van zijn favoriete schrijvers, Henri Nouwen: ‘Waar is God? God is daar waar we zwak, kwetsbaar, klein en afhankelijk zijn. God is waar de armen zijn, de hongerigen, de gehandicapten, de psychisch zieken, de ouderen, de machtelozen.’ De tweede les is van zijn moeder: ‘Er is altijd ruimte voor nog eentje erbij.’
Het kerstnummer van Mondig verteld verhalen van hoop, zoals dit verhaal van Pakisa. Lees het hele nummer voor meer verhalen van hoop.
Tekst: Henk Stenvers
Beeld: Pakisa Tshimika
‘Want zeker met kerst heb je zomaar engelen in huis’. Mondig is anders deze kerst. Mondig vertelt deze dagen van...