Weet U nog, God?
Op paasmorgen scheen de zon.
Aan de hand van pappa en mamma, door het park naar de kerk.
‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem…’
Ik wist nog niet wat geloven was, God,
maar ik plukte madeliefjes voor U
en liet U mijn nieuwe lakschoentjes zien.
U vond ze ook mooi.
En ’s avonds bad ik:
Dank U wel voor het suikerbrood.
Wel jammer dat ik verloor met eitje tikken,
om Jezus’ wil, Amen.
Dat bad juf altijd, weet U nog?
Zij wist wat Jezus wilde.
Toen kwam het leven.
Er viel niet veel te willen,
dat hoef ik U niet te vertellen.
Nu is het weer paasmorgen.
De kinderen brachten suikerbrood
– traditie toch, moe? Ze zijn naar hun vakantiehuis.
In de kerk zeggen ze dat Pasen niet waar gebeurd is.
Het is een beeld, zeggen ze,
van een nieuw begin. Maar ik hoef geen nieuw begin.
Ik heb liever dat U leeft. Dat praat gemakkelijker
dan met een beeld.
Wel jammer dat ik geen madeliefjes meer voor U kan plukken.
Ik zou nog graag een keertje eitje tikken,
maar dank U wel voor het suikerbrood,
om Jezus’ wil,
Amen.
tekst: Jeannette Den Ouden
beeld: Shirag Saini