De bijbel staat met beide testamenten stevig op de grond. Een realistisch boek, vol geweld. Want zo is de wereld van de mensen. Een keiharde wereld, waarin mensen elkaar naar het leven staan en daar prachtige legitimeringen voor aanvoeren. Een wereld die niets verschilt van de onze, een wereld waarin vrede eerst en vooral een oorlogsterm is. En vanuit en in die wereld getuigt de bijbel van het verhaal van God met mensen.
We hebben daar vaak moeite mee. We hebben het gevoel dat juist de bijbel anders zou moeten zijn. Maar waarom, in godsnaam? Wij zijn niet anders dan de mensen toen. En de bijbel moet een taal spreken die voor ons begrijpelijk is, appelleren aan een wereld die wij herkennen als de onze. De spiegel die de bijbel ons voorhoudt, weerspiegelt dan ook onze wereld vol geweld.
een realistisch boek, vol geweld
In die gewelddadige wereld waarin mensen elkaar naar het leven staan, is vrede iets dat ten diepste wringt. Vrede is als een bloem met scherpe doorns. Want de kern van wat vrede werkelijk is laat ons onze onmacht zien. Laat ons zien hoe we ten diepste zijn. Liever doen we hoogdravend, liever werken we er hard aan. Want de onmogelijkheid van echte vrede is te pijnlijk. Voor onszelf. Maar de bijbel durft het aan, hier en daar. Daar waar je het niet verwacht…
Tussen de geweldstaal van het bijbelboek Micha bloeit een prachtig en overbekend visioen van vrede: ‘…dan zullen zij zwaarden omsmeden tot ploegijzers, hun speren tot snoeimessen… Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is.‘ Prachtig. Hoogdravend! Dát is pas vrede, zoals God die bedoeld heeft! Mooi. Symbolisch ook.
liever doen we hoogdravend
Maar de angel van de werkelijk vrede zit hem in de regels die volgen… ‘Ieder zal zitten onder zijn wijnrank en onder zijn vijgenboom, door niemand opgeschrikt…’ En dan wordt het ongemakkelijk. Dan is dat beeld van die heerlijke vrede verdomd confronterend. Stelt u zich maar eens voor dat u daar zit. Onder uw eigen wijnrank, onder uw eigen vijgenboom. Zielstevreden. Zonnetje, briesje, wijntje misschien. U strekt uw benen. U sluit uw ogen en u geniet van het getjilp van de vogeltjes. En even, heel even bent u volmaakt tevreden. Dit is het. Werkelijke vrede.
Maar daar zit ‘m de clou. Stélt u zich maar eens voor dat u daar zit en tevreden bent met wat u hebt. En dat altijd zult zijn en blijven. Die wijnrank, die vijgenboom. Niet meer, niet minder. Genoeg. Vrede. En stelt u zich nu ook eens voor dat alle andere mensen onder hun eigen wijnrank en hun eigen vijgenboom zitten. En dat al die andere mensen nét zo volmaakt tevreden zijn en blijven. Dat niemand, maar dan ook niemand op een gegeven moment op het idee komt dat jouw wijnrank en jouw vijgenboom nét ietsje mooier of groter of schaduwrijker zijn dan de zijne. En dat hij ze wil. En dat hij ze neemt.
Micha reikt verder dan bombastische visioenen
Maar dat dat dus niet gebeurt. Nooit. Omdat iedereen tevreden is en blijft met wat hij heeft. Want dát is vrede volgens Micha. Niet zwaarden die veranderen in ploegen. Maar de afwezigheid van begeerte.
Onvoorstelbaar. Zoals Micha 2:2 weet: ‘Willen ze een veld? Ze roven het! Willen ze een huis? Ze nemen het!’ Micha 2:2 is de echte wereld, de wereld van de bijbel, de wereld waarin wij allemaal leven. Dat is de realiteit. Onvoorstelbaar genoeg groeit er in die oude gewelddadige bijbel die ene onvoorstelbare gedachte, juist waar je het niet verwacht. Micha reikt verder dan bombastische visioenen en hoogdravende idealen. Micha grijpt de vrede bij de kladden en brengt haar terug tot de absoluut onvoorstelbare, maar al te menselijke kern ervan: ieder tevreden onder de eigen wijnrank en vijgenboom. Micha durft wat wij eigenlijk nooit durven: de werkelijke vrede onder ogen zien, in al zijn onverdraagbare, onbereikbare eenvoud. Niet omdat het zo groots is. Maar omdat het zo klein is. En Micha laat die vrede niet los. ‘Want de Heer van de hemelse machten heeft gesproken.‘*
*Micha 3:4b. Al is ook die niet zonder voetangels of –klemmen. Maar dat is een ander verhaal.
Tekst: Wieteke van der Molen
Beeld: Priscilla Du Preez