'niets gebeurt zomaar'. Historicus en schrijver Ivo van de Wijdeven over de rafelranden van Europa, rauwe gebouwen, wat als een predikant zelf pastoraat nodig heeft en nog veel meer. Mondig is 'rauw'
‘Vertrouwen is een vorm van loslaten die bijna niet te doen is.’ Enrieke Damen (1989) is theoloog, promovenda aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) en werkzaam als predikant/geestelijke verzorger in een TBS-kliniek.
En ze was ziek. Daar sta je dan met al je pastorale kwaliteiten.
Wat is pastoraat voor jou?
‘Pastoraat is iemand zien zoals hij* is. Met een zekere nieuwsgierigheid die persoon tegemoet treden, en ook met een bepaalde aandacht en zachtmoedigheid. Een ontmoeting van mens tot mens waarbij God als onvermoede derde soms, maar niet altijd, ter sprake komt. Ik werk in een TBS- kliniek, dus ik ben me ervan bewust dat de mensen tegenover me vaak een verleden hebben vol hulpverlening. En dat er ook tijdens de huidige behandeling eindeloos veel mensen naar hen luisteren. De tbs-ers leerden mij dat er verschillende vormen van luisteren bestaan. Het verschil wordt door velen van hen feilloos opgepikt: wanneer luistert iemand alleen als professional, of wanneer luistert iemand vanuit oprechte interesse en kwetsbaarheid? In dat laatste slaag ook ik niet altijd natuurlijk. Ik ben tenslotte ook maar een mens. Belangrijk is dat de kwetsbaarheid van de ander, maar ook die van jezelf, er mag zijn.’
Je eigen kwetsbaarheid mag er zijn
TBS is niet zomaar wat. Is het lastiger luisteren naar mensen van wie je weet dat ze iets op hun kerfstok hebben?
‘Mensen in TBS (ter beschikking stelling) nemen de hele week deel aan allerlei verplichte therapeutische situaties waarin ze hun verhaal moeten delen. Dat zijn ze dus gewend. Het bijzondere aan mijn rol is dat ik de enige in de kliniek ben die niet rapporteert aan justitie. Dat kan betekenen dat er dingen met mij gedeeld worden waarvan ik zeker weet dat die niet gedeeld worden met de mensen die wel rapporteren. Vertrouwen is daarom een van de belangrijkste dingen die ik te geven heb. Niet iedereen die bij mij komt gelooft in God, maar ze hebben wel door dat ik een bijzondere rol heb. En daarin vertrouwen ze me veel toe.’
Niet iedereen die bij je komt is gelovig, dus. Maar ze komen wel. Hoe komt dat?
‘Als je ziek bent en in TBS vastzit kom je met heel fundamentele vragen in aanraking. Existentiële vraagstukken ook. En op dat soort momenten in een mensenleven is er behoefte aan spiritualiteit, om je leven in een groter verband te plaatsen.’
En toen kwam jij zelf op een punt van stilstand. Wat gebeurde er?
‘Toen ik zelf ziek werd met het long– of post-covid syndroom, werkte ik pas net in de TBS-kliniek. Ik vond het spannend hoe ik om moest gaan met die kwetsbaarheid en dat vertrouwen. Het vraagt toch ook wel iets.Het ziek zijn had evident invloed op mijn werk, maar ik realiseerde me dat ook ik recht had op mijn eigen proces. Dat heb ik toen besproken met mijn collega. Toen ik na de periode van ziekte weer aan het werk ging, merkte ik dat het voor mij alleen werkte als ik echt iets zou delen. De ziekte had me veranderd. Ingrijpend veranderd. En natuurlijk wilde ik de patiënten niet opzadelen met mijn verhaal, maar om oprecht als mens aanwezig te zijn na alles wat ik had meegemaakt, kon ik sommige stukken van mijn proces niet onbenoemd laten. Dat was heel spannend, want je kunt ook té kwetsbaar worden. Ik heb daarom maar bepaalde stukken van mijn proces gedeeld toen ik er weer helemaal was, en alleen als daar om gevraagd werd.’
Je gaat nadenken over de zin van het bestaan
Het ziek zijn heeft je veranderd, zei je. Kan je daar meer over zeggen?
‘Ik ben geschrokken van hoe er met je omgegaan wordt als je ziek bent. Als je jong bent, hoogopgeleid en vol in het werkende leven staat word je voor vol aangezien en serieus genomen. En als je dan langdurig ziek bent wordt er ineens aan je getwijfeld. In mijn geval had dat ook te maken met het gebrek aan kennis; ik behoorde namelijk tot de eerste generatie long-covid patiënten. Regelmatig heb ik me machteloos gevoeld als de professionals van wier oordeel ik afhankelijk was letterlijk betwijfelden of ik wel echt ziek was. Daar komt nog bij dat hoe langer het duurt, hoe sterker je het gevoel krijgt dat je niet meer meedoet in de maatschappij. Je staat aan de kant en om je heen gaat alles en iedereen verder. Er was geen perspectief. Niemand kon mij zeggen hoelang het ging duren. Ik kon niets plannen, niks toezeggen. Alles stond eindeloos stil.’
Ben je ook aan jezelf gaan twijfelen?
‘Ik heb het nooit opgegeven, maar als je zoveel en zo vaak door mensen wordt bevraagd over dingen waar ik normaal vertrouwen in had, ga je vanzelf twijfelen.’
Hoe werkt pastoraat als het op jezelf van toepassing is?
‘Er zijn veel gesprekken geweest, met collega’s bijvoorbeeld, maar nooit in een formele pastorale setting. Nu ik erop terugkijk waren die gesprekken in de basis allemaal wel pastoraal. De existentiële crisis waar we het eerder over hadden was er bij mij ook. Alle kaders die ik had vielen weg. Ik kwam aan ‘de andere kant’ terecht. Ik was niet meer degene die luisterde maar het onderwerp van gesprek. Dat was ongemakkelijk. Het is een vorm van controleverlies. Mijn kwetsbaarheid kwam ineens onbeheersbaar naar voren. Ik wist ook niet meer hoe het verder moest, terwijl mensen bijstaan in dat proces nou juist een deel van mijn vak is.’
We hadden het eerder over levensveranderende gebeurtenissen en de neiging van mensen om dan te zoeken naar spiritualiteit. Was jij ook meer met je geloof bezig?
‘Als je zo weinig perspectief ziet ga je wel nadenken over de zin van het bestaan, in welke vorm dan ook. In dat opzicht was ik inderdaad met geloofsvragen bezig. Een begrip als vertrouwen, wat we natuurlijk veel gebruiken, krijgt een andere dimensie. Want je realiseert je ineens dat vertrouwen een vorm van loslaten is die bijna ondoenlijk is.’
Alle kaders die ik had vielen weg
Hoe heeft die periode van ziek zijn invloed op je werk nu?
‘Dat ik wist dat ik niet alleen was, dat zoveel mensen net als ik zulke dingen meemaken, gaf destijds troost. Mijn werk hielp mij, en daarna hielp de ervaring mij in mijn werk. Ik durf wel te stellen dat ik een betere predikant/geestelijk verzorger ben geworden, want bijna dagelijks voer ik gesprekken met mensen die moeten loslaten. Verder kan ik zeggen dat ik nu veel beter begrijp hoe het is om aan de rand van de maatschappij te belanden. Ik begrijp beter dat het soms een worsteling is om je plek te veroveren in onze maatschappij. Waar dat voor mij eerst een vooral abstract principe was, kan ik dat nu invoelen.’
Zijn er nog blijvende gevolgen aan je ziek zijn?
‘Het zal nooit meer worden zoals het was. Ik merk nog altijd dat mensen soms anders naar mij kijken. Ik ben daarom voorzichtig om niet in het narratief van ‘de tere vrouw’ te belanden. Dan gaan mensen zich zorgen om je maken, dingen bij je weghouden of je op een andere manier beschermen. Dat is de reden dat ik nog altijd zorgvuldig afweeg wat ik wel en niet deel, met wie en op welk moment. Maar wat altijd blijft: als ik van mensen vertrouwen vraag, kan ik niet anders dan ook een stukje van mezelf laten zien. Dat vind ik ook een heel christelijke houding. Het is een zoektocht naar kwetsbaarheid in vertrouwen. Geven en ontvangen.’
* ‘Hij’ wordt gebruikt voor alle persoonsvormen
Dit artikel verscheen eerder in Mondig 5, 2023
tekst: Kalle Brüsewitz
Beeld: Sigmund
'niets gebeurt zomaar'. Historicus en schrijver Ivo van de Wijdeven over de rafelranden van Europa, rauwe gebouwen, wat als een predikant zelf pastoraat nodig heeft en nog veel meer. Mondig is 'rauw'