Op 21 januari 2025 zal het 500 jaar geleden zijn dat in Zürich mogelijk de eerste doperse gemeente ontstond. In dat licht zal het Doopsgezind Wereldcongres (Mennonite World Conference) op Hemelvaart van dit jaar een groot gedenkfeest organiseren.
Ook voor de Nederlandse doperse traditie is het belangrijk stil te staan bij deze bijzondere gebeurtenis. Ook al is de precieze datum in nevelen gehuld – 21 januari 1525 is niet ten onrechte als mythisch moment in de geschiedenis terechtgekomen.
Toch is het wel zo eerlijk om bij de datum enige kanttekeningen te plaatsen. Want, zoals menig historisch moment, komt deze gebeurtenis niet uit de lucht vallen. Het gaat eigenlijk altijd om een soort ‘begin in het midden’. Zo is ook deze dag in 1525 in de canon van het doperdom, het anabaptisme, terechtgekomen.
Het is echter wel de vraag of deze dag zo’n prominente plaats zou moeten krijgen in een canon van de Nederlandse doopsgezinden. Ook mogen we ons zeker afvragen hoe wij ons verhouden tot dat moment, vanuit de Nederlandse context.
Hoe verhouden we ons vanuit de Nederlandse context tot 21 januari 1525?
Het ontstaan van de doperse beweging is niet zo makkelijk te traceren aan de hand van momenten. In het fixeren van ‘mythische momenten’ schuilt het gevaar dat de nuance uit het zicht raakt. En dat geldt misschien wel juist voor de beweging waarvan de Nederlandse doopsgezinden in de 21e eeuw de verwanten zijn.
Die verwantschap brengt me bij een tweede kanttekening, want hebben de Nederlandse doopsgezinden niet een andere ontwikkeling doorgemaakt dan veel andere groepen in onze wereldwijde geloofsgemeenschap? Dat wordt steeds weer ervaren als Nederlandse doopsgezinden zusters en broeders elders in de wereld ontmoeten. Er is verwantschap, maar er wordt ook verschil in taal en cultuur ervaren. In de Nederlandse context ontbreekt immers de migratieachtergrond.
Hoe om te gaan met verwantschap en verschil vormt een uitdaging die bij deze herdenking niet uit de weg mag worden gegaan. Want wat zegt dit begin over het beginsel van de doperse beweging? Op deze 21e januari in 1525 komt een aantal mannen bijeen. Een van de aanwezigen, een priester, vraagt aan een van de anderen, een leek, om hem te dopen. De bijeenkomst is een reactie op een besluit, genomen op 18 januari door de overheid van Zürich, dat kinderen moeten worden gedoopt op straffe van verbanning uit de stad. Wat er gebeurt op die 21e januari is een moment van verzet tegen de overheid! En wat daarop volgt zegt veel over de impact ervan. Met harde hand worden de eerste anabaptisten vervolgd. Zó zelfs, dat er na een aantal jaren vrijwel niets meer over is van deze eerste groep dopers.
Er is vrijwel niets meer over van de eerste groep dopers
Rond de herdenking van 450 jaar doperdom in 1975 is tussen historici een discussie op gang gekomen over de vraag of de keuze voor een beginmoment als de gebeurtenis in Zürich wel de meest adequate manier is om stil te staan bij de impact van de doperse beweging. Want de deelnemers aan dit gesprek over begin en beginsel constate(e)r(d)en een zeer diverse ontstaansgeschiedenis. En dat niet alleen, overal was sprake van verwantschap én verschil. De context van de ontstane beweging is er een van herbezinning op wat er geworden is van de christelijke kerk.
Er moet hervormd worden: dat is de grote lijn. Maar er is ook een stem die bepleit dat een hervorming alleen niet voldoende is, omdat dat sleutelen in de marge is. De critici van de hervormers pleiten voor een grondiger proces, namelijk herstel. Een nieuw begin, waarbij men durft te breken met de bestaande, heersende cultuur. De eenheid van de kerk met de heersende macht in één christelijk systeem, wordt ter discussie gesteld.
Een nieuw begin, waarbij men durft te breken met bestaande, heersende cultuur
En dat roept de vraag op of een gefixeerd moment als 21 januari 1525 niet te gemakkelijk leidt tot versimpeling van de vraagstelling. Want juist in onze Nederlandse context volgt een gewelddadige opstand: de vestiging van een koninkrijk in Münster. Een moment waarover misschien liever wordt gezwegen. Maar wel een gebeurtenis waarbij compromisloos wordt gekozen voor herstel, en niet voor een voorzichtige verandering binnen door de overheid of de heersende cultuur gestelde kaders. Zeker, er ging er veel mis in, voor en na Münster, maar dat kan niet tot gevolg hebben dat we bij het gesprek over wat ons beginsel is, dat element weglaten in het groter verband van onze wereldwijde geloofsgemeenschap.
Daarom staan we stil bij de 21e januari, maar dan als het begin van een periode van bezinning tot aan het moment dat Münster en Menno onze geschiedenis kleuren. Als een veelkleurige beweging, die op verschillende plaatsen verschillende verschijningsvormen kent, maar wortelt in een grondig verzet tegen alles wat de status quo ten onrechte bevestigt. En met het verlangen om getrouw aan de bijbel een geloofsgemeenschap gestalte te geven.
Tekst: Jaap Brüsewitz
Beeld: Jan Luyken – Vervolging van Sikke Freerks (Rijksmuseum)