Op woensdag 29 mei vertrokken 16 jongeren vanuit Arnhem in twee busjes naar Zürich. Daar was de viering van 500 jaar anabaptisme. Met workshops, stadswandelingen, koren en een viering. Na al deze indrukken trok de groep door naar Schwäbisch Gmünd, waar de Global Youth Summit (GYS) was. Deze reis was georganiseerd door Menno’s Global Village. We hebben de jongeren gevraagd hun ervaringen te delen.
Enna deelt: “Dit weekend was ik in Schwäbisch Gmünd voor het GYS, het wereldcongres voor jonge anabaptisten van over de hele wereld. Het was mijn allereerste keer, en meteen ook een weekend vol nieuwe indrukken, ontmoetingen en inspiratie. In het begin voelde het apart om samen te zijn met zoveel jongeren uit verschillende landen, met allemaal een gedeelde basis van geloof, vrede en verbondenheid. Iedereen was open en hartelijk , zelfs al kende ik bijna niemand, ik voelde me snel thuis. Ik heb nieuwe mensen leren kennen, mooie gesprekken gevoerd en meegedaan aan workshops die rustgevend en interessant waren. De sfeer was warm en vol energie.”
De workshops waren verschillend van insteek: van diepe gesprekken tot momenten van wellness, maar ook de kans om naar een brouwerij te gaan of buiten een spel doen. Diensten werden gevolgd door gesprekken in kleinere groepjes, om samen verder te praten.
Elciena: “Ik heb van veel verschillende culturen geleerd hoe ze tegen geloof aankijken. Afrikanen en Aziaten maken er bijvoorbeeld veel meer een feestje van, met leuke liedjes en dansjes.”
Marijne zegt: “Wat me het meest bijblijft, is de kracht van gemeenschap: hoe jongeren vanuit zoveel verschillende achtergronden samenkomen om te delen, te luisteren en te bouwen aan hoop en verandering.”
De groep vanuit Nederland had ook een internationaal karakter. Catalina uit Colombia en Laurentia uit Indonesië wonen nu beide in Nederland. Catalina zei: “I had a great time getting to know Mennonites from all around the world. For me, it meant a time of worship and reflection. Celebrating the love of God for us, and our call to forgive and reconcile.”
Tekst: Franka Riesmeijer
Beeld: Laurentia Oktaviani Palupi