Dat is de titel van een documentaire, een avond in Pakhuis de Zwijger, en een boek van Arita Baaijens.
‘Met welk stuk van de natuur voel jij je bijzonder verbonden?’ Dat vroeg ik, Iris Speckmann, de deelnemers aan de vijfdelige reeks Hemels groen. Deze reeks webinars ging over de duurzame lijnen in de bijbelse theologie, aan de hand van het boek Hemels groen. Opvallend vaak was het antwoord: de Noordzee. Toen in het Pakhuis vervolgens een avond werd gehouden rond de documentaire – en inmiddels het boek – In gesprek met de Noordzee ging ik toch maar eens kijken.
De auteur Arita Baaijens oogt en klinkt wat netjes en stijf, als een ontdekkingsreiziger van de oude stempel. Een wetenschapper uit de tijd dat de wetenschap nog in aanzien stond. Een wetenschapper ook die uit het keurslijf wil stappen, op zoek naar intuïtieve manieren om haar verbondenheid met landschappen en natuur bewuster te ervaren en meer lijfelijk en poëtisch wil beleven. Iemand die zo probeert te komen tot een diepgaander weten dan binnen de gebaande wetenschappelijke normen en kaders mogelijk is. Tijdens de documentaire zoekt ze mensen op die vanuit hun gevoel contact maken met de kleine weekdiertjes en andere zeediertjes die de zee blijkt te herbergen.
Wie er vandaag de dag voldoende rust voor heeft, kan dankzij de documentaire ontroering ervaren voor de overvloed van leven op een zeebodem die normaal gesproken aan ons oog onttrokken is. We zeggen niet voor niets ‘uit het oog, uit het hart’. Naties verkavelen het zeegebied. En Nederlanders zijn nogal hardhandig met hun gedeelte van de Noordzee. Dat wordt bestemd voor windparken en gaswinning, en als oogstvelden voor vis. We hebben niet veel respect voor het recht op huisvrede van al wat daar leeft. De documentaire brengt wat er leeft wél aandachtig in beeld. Die merkwaardige kleine diertjes en plantjes, wie kijkt er naar om? Wie heeft er hart voor?
Tijdens de avond in het Pakhuis was ik niet zo onder de indruk van de panelgasten, moet ik bekennen. Het gebeuren ging wat langs me heen. Baaijens greep halverwege het panelgesprek in met een oproep aan het panel om niet teveel aandacht aan de hindernissen te blijven geven, maar vooral de verbeelding aan het werk te zetten. ‘Als de Noodzee LEEFT, wat zou je dan anders doen in je werk, je leven?’ Het gesprek bleef echter wat taai en kleverig.
Mohammed Benzakour daarentegen vertelde een verhaal dat wél tot verbeelding sprak. Hij had een scrubmat meegenomen, gemaakt van een versleten visnet. De Berbers met hun traditionele visvangst moeten 20 mijl door de metershoge golven varen voordat ze hun netten uit kunnen gooien. Het rollen op de golven maakt de vissers vreselijk zeeziek, en hun huid wordt opgevreten door het zout. Gooien ze een haak uit, of een net, dan zeggen ze een gebed waarin ze de zee bij voorbaat danken voor de vangst, en gooien ze de eerste vis weer levend terug. Doe je dat niet, dan geeft de zee je een volgende keer minder, zo weten de vissers. Eenmaal weer thuis moeten ze de zee en het zout van de huid scrubben: daar dient de scrubmat voor. Een ritueel dat je inprent dat je je lijfelijk moet inzetten voor wat de zee je aan voedsel schenkt.
Dit soort respect voor de gaven van de schepping – zijn we dat voorgoed kwijt in Nederland? Of zouden we het nog kunnen hervinden via de oude verhalen van de vergane visserscultuur die in onze archieven en musea wordt bewaard?
Arita Baaijens probeert dit soort intuïties en verhalen, dit soort weten, opnieuw voor het voetlicht te krijgen. Ken je zee; weet wat en wie er leeft, en verbind je ermee in hoofd en hart. Ik ga haar boek maar eens lezen…
Arita Baaijens, In gesprek met de Noordzee. Op zoek naar een nieuwe relatie met de natuur, uitgeverij Atlas Contact, 2025
tekst: Iris Speckmann
foto: Eelco Böhtlingk via Unsplash