Oorlogsangst

Oorlogsangst

In de rubriek Dopers denken reflecteren twee theologen uit het dopers tiental op een actuele kwestie.

Al tijden domineert oorlogsnieuws de kranten en de televisie. Dat maakt veel mensen bezorgd. Wieteke van der Molen en Iris Speckmann laten hun gedachten gaan over het thema oorlogsangst.

Oorlogsnieuws dendert dagelijks onze huiskamer binnen, NAVO-chef Rutte kondigt aan dat we ons moeten voorbereiden op oorlog en Europa trekt een recordbedrag uit voor defensie. Dat maakt indruk op Nederlanders, zo blijkt uit de nieuwste editie van het jaarlijkse Hoop & Vrees-onderzoek van Instituut Clingendael. Waar voorheen zaken als terreur, inflatie en migratie hoog scoorden in de ranglijst, is het nu de angst voor oorlog en aanverwante dreigingen die alom wordt gevoeld. Twee theologen buigen zich over het thema oorlogsangst. Herkennen ze oorlogsangst bij zichzelf en in hun omgeving? En welke rol spelen geloof en bijbel bij het omgaan met oorlogsangst?

Iris Speckmann, functionaris vrede en duurzaamheid bij de ADS, is dagelijks met het thema oorlog en vrede bezig. Ze ziet angst voor oorlog vooral bij ouders van eventueel dienstplichtige jongeren. “Op dit moment hebben we in Nederland geen dienstplicht, maar dat kan zomaar veranderen in de nabije toekomst. Ik ken ouders die daar echt wel wakker van liggen. Dat roept de vraag op: zijn jongeren op het moment dat ze worden opgeroepen wel in staat om een weloverwogen keuze te maken? Hebben ze nagedacht over alternatieven?” Om jongeren aan het denken te zetten en ze voor te bereiden op een eventuele dienstoproep, maakte Speckmann met jongerenwerker Franka Riesmeijer een vijfdelige podcastserie ‘Vrede voorbereiden’. Deze is nu te beluisteren via de website en via Spotify. De bedoeling van de podcast is niet om jongeren ervan te overtuigen te kiezen voor dienstweigeren, maar wel om ze goed te informeren over wat het militaire systeem doet met een mens. “Overal ter wereld komen veteranen terug uit oorlogsgebied die zeggen: had ik van tevoren geweten hoe oorlog zou zijn, dan was ik nooit in dienst gegaan. Dat is een heel ander verhaal dan de glossy defensiefolders die uitstralen dat het avontuurlijk en stoer is om in het leger te dienen.”

Ik ken ouders die wakker liggen van een naderende dienstplicht

Net als Speckmann merkt ook Wieteke van der Molen van Dopersduin dat defensie graag een sfeer van nobelheid en saamhorigheid oproept in reclamespotjes en folders. Van der Molen promoveerde op oorlogsteksten uit het Oude Testament en komt als bijbelexpert aan het woord in deze eerste aflevering van Dopers denken.

Zo’n sfeer van stoere avontuurlijkheid rond oorlog zul je in het Oude Testament niet vinden, weet ze. “Het klinkt gek, want veel doopsgezinden hebben juist veel moeite met het geweld in het Oude Testament. Maar wie nauwkeurig leest, ziet dat oorlog in de bijbel altijd ellende betekent. Oorlog wordt niet verheerlijkt, maar is bittere noodzaak op de momenten dat het volk van God afdwaalt en zwicht voor afgoderij. Dan grijpt God in, met oorlog als instrument om het volk te straffen voor hun ontrouw. Maar je zult in de bijbel geen uitgebreide lofzangen op de overwinning vinden. Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld heldhaftige Romeinse veldslagverhalen. Bovendien is er in de bijbel altijd oog voor de menselijke kant van een oorlog. Direct na een bloederig strijdverhaal in Richteren 5 lees je bijvoorbeeld over de moeder van legeraanvoerder Sisera die uit het raam staart en zich wanhopig afvraagt waarom haar zoon nog niet is teruggekomen. Oorlog betekent in de bijbel altijd narigheid die je ten diepste zou moeten vermijden. Dat staat naar mijn idee haaks op de recente uitlatingen van Rutte en Von der Leyen.”

Van der Molen zoekt in haar bijbelapp naar Deuteronomium 20: “Dat is zo’n interessant stuk! Hier staan de redenen opgesomd waarom iemand niet het leger in hoeft en naar huis mag terugkeren. Als je net een huis hebt gebouwd. Als je een wijngaard hebt geplant, maar nog niet de eerste druiven hebt kunnen plukken. Als je een bruid hebt, maar haar nog niet hebt kunnen huwen. En tot slot: wie bang is, wie het aan moed ontbreekt, moet naar huis terugkeren, want anders verliezen anderen misschien ook de moed. Hier zie je weer dat oorlog niet wordt verheerlijkt. Er is een grote kans dat je sneuvelt. Je moet eigenlijk een volwaardig leven hebben geleid voordat je mag gaan vechten.”

Wie bang is moet naar huis terugkeren, want anders verliezen anderen ook de moed

Ook Speckmann wijst op de menselijke kant van oorlog. ”Mensen denken vaak dat ze geweld kunnen gebruiken om hun doelen te behalen, bijvoorbeeld het beschermen van de democratie. Maar de realiteit van het militaire systeem betekent dat je ermee zult moeten dealen dat jíj degene was die de trekker van een wapen overhaalde of de drone in elkaar knutselde. Dat jij het was die vervolgens de levens van onschuldige mensen kapot maakte. Doopsgezinde geweldloosheid refereert volgens mij aan het besef dat de vijand die tegenover je staat een mens is, door God geschapen en gewild, en die je daarom niet mag vernietigen. Altijd blijven streven naar herstel van relaties, ook al is er nog zoveel kapot: dat is de stip op de horizon die Jezus heeft gezet.”

Helpt het tegen oorlogsangst als je gelovig bent? Beide theologen denken van wel. Van der Molen: “Als je gelooft, leef je niet alleen vanuit je eigen ervaring, maar maak je deel uit van een groter verhaal, dat zich uitstrekt van ver voor jou, tot ver na jouw tijd, als het goed is. Dat relativeert jouw eigen belangrijkheid. Ik hoop altijd maar dat gelovigen kritische mensen zijn die niet zomaar meegaan in het opzwepende verhaal van oorlogshitsers.”

Speckmann: “Als ik af en toe zelf word bevangen door oorlogsangst, helpt het mij om te bedenken dat het er niet om gaat hoe dit afloopt voor mij persoonlijk. Het gaat erom dat je als mens gehoorzaam bent aan de roep van Christus, die je misschien af en toe hoort. Om trouw, om mildheid, om mededogen, om verzoening tussen mensen. Gehoorzaam zijn aan de roep om te doen wat je te doen hebt. Het leven van een christen hoeft niet per se een heel lang en comfortabel leven te zijn om een goed en gelukkig leven te zijn.”

Tekst: Marleen Kieft
Beeld: Susan de Loor