Wat maakt doopsgezinden anders?

Wat maakt doopsgezinden anders?

Doopsgezinden vormen een kerk. Maar wat betekent dat precies? Wat betekent dat in de ogen van jongeren die nog hard bezig zijn met het vormen van hun wereldbeeld? Het woord ‘kerk’ is namelijk best ingewikkeld. Er zijn namelijk zo veel soorten ‘kerk’ die allemaal net eventjes anders zijn, met andere gebruiken, een andere geschiedenis, andere waarden en andere verhoudingen tot elkaar. Maar toch zijn het allemaal kerken, met leden die allemaal christen zijn, en met vergelijkbare elementen.

In onze hedendaagse maatschappij is er eigenlijk geen ontkomen aan dat de ‘kerk’ met enige regelmaat wordt weggezet als iets van vroeger. Door de toenemende secularisatie en de trend van christelijke religie naar spiritualiteit hebben steeds meer mensen in Nederland geen goed idee meer van wat de ‘kerk’ is, en zeker niet van de verschillen tussen alle verschillende soorten kerk. Vaak houdt het op bij het verschil tussen katholieken en protestanten. Maar tussen protestanten kan heel veel verschil zitten voor wat betreft de inhoud van het geloof en wat belangrijk is. Daar komt bij dat de doopsgezinden vaak worden neergezet in het hokje ‘protestant’, zonder enige verdere nuance.

Dat kan verwarrend zijn voor jongeren die beginnen te begrijpen hoe de wereld werkt en langzaam op zoek zijn naar een vorm van zingeving. In het nieuws zien ze bijvoorbeeld items over ‘christenen’ of ‘protestanten’ waar zij zich totaal niet in kunnen vinden. Of ze horen van andere christenen hoe het christelijk geloof ‘hoort’ te zijn. Maar toch doen ze zelf ook dingen bij ‘de kerk’. Wat als hun vrienden er een sterke anti-kerkelijke retoriek op nahouden, omdat ‘de kerk’ alleen maar strenge regels voorschrijft die nadelig zijn voor anderen? Durft een tiener dan nog te zeggen dat zij of hij naar de kerk gaat?

Om jongeren hiertegen te wapenen kan het goed zijn om met ze in gesprek te gaan over wat de doopsgezinde gemeenschap precies is. Er is namelijk meer aan de hand dan ‘een protestantse kerk die pas doopt vanaf 18 jaar’. De nadruk die ligt op eigen inzicht en eigen verantwoordelijkheid bijvoorbeeld, of geweldloosheid die vaak centraal staat. Het gaat om gelijkheid, wederzijds respect en gemeenschap, en sommige doopsgezinden zullen andere interpretaties hebben van het geloofd dan anderen. Het kan daarom misschien ook interessant zijn om, mocht daar behoefte aan zijn, jongeren belijdenissen van doopsgezinden te laten lezen. Het liefst zo divers mogelijk, zodat ze kunnen zien hoe breed de gemeenschap is. Een gesprek als dit is best lastig: juist vanwege de openheid van de doopsgezinden kan je namelijk niet duidelijk zeggen hoe het wel of niet zit. Aan de andere kant zit daarin ook juist de kracht.

Het hoeft allemaal geen uitgebreide les kerkhistorie te zijn natuurlijk. Maar het is voor jongeren goed om te horen waar hun gemeenschap precies staat, voordat ze besluiten of ze er actief bij willen blijven of niet.